Oververhitting bij katten

Dat je een dier met warm weer niet in een auto moet achterlaten, zelfs niet met de raampjes open en zelfs niet voor 1 minuut, dat weet iedere diereneigenaar. In een auto kan de temperatuur al binnen korte tijd harder oplopen dan verwacht, maar ook buiten de auto ligt het gevaar van oververhitting op de loer.

Oververhitting, ook wel hyperthermie genoemd, kan plotseling optreden en kan een groot gevaar zijn, ook voor katten.  Oververhitting komt bij katten wel minder vaak voor dan bij honden. Kattengedrag is van nature al iets rustiger dan hondengedrag. Bij warm weer zal een kat het sneller rustiger aandoen en zich zeker niet snel laten verleiden om achter een speeltje aan te rennen. Ze zoeken vaak zelf al een koele plek op in huis of buiten in de tuin in de schaduw van een struik bijvoorbeeld. Het gevaar van oververhitting voor katten is echter wel sterk aanwezig als een kat de schaduw niet kán opzoeken omdat ze bijvoorbeeld ergens opgesloten in huis zijn of in een kattenren met te weinig schaduw zitten.

De normale lichaamstemperatuur van de kat ligt tussen de 38 en 39,5 graden Celsius.

De normale lichaamstemperatuur van de kat ligt tussen de 38 en 39,5 graden Celsius. Bij een verhoogde lichaamstemperatuur kan de kat onrustig worden of juist sloom. Ze beginnen te hijgen, hebben een snelle ademhaling en vaak komt de tong uit de bek. Soms gaan ze braken en krijgen diarree en als de oververhitting heel ernstig is kunnen ze zelfs epileptische aanvallen krijgen of bewusteloos raken.
Bij een temperatuur boven de 40 graden spreken we va oververhitting en moet er snel gehandeld worden. Katten kunnen niet, zoals wij mensen afkoelen via zweten. Ze kunnen zichzelf koelen door het inademen van koele lucht of via warmtegeleiding van de huid. Op deze twee principes is de eerste hulp bij oververhitting bij katten gericht. Wat kunt u doen?
Breng de kat naar een koele plek, evt met een ventilator of airco. Als de kat nog in staat is om zelf te drinken, biedt dan fris water aan. Probeer niet om het water in de bek te krijgen als de kat niet zelfstandig drinkt. De kans op verslikken is dan nl groot. Begin met afkoelen met natte handdoeken op plekken waar de kat dunner behaard is zoals liezen, oksels, nek, maar pak daarna ook de rest van het lijf mee. Wikkel de kat niet in de handdoeken want dan kunnen ze de warmte niet meer geleiden via de huid en maak de handdoeken ook niet ijskoud. Bij teveel kou sluiten nl de kleine bloedvaatjes in de huid en daardoor kan de kat alsnog de warmte niet goed afvoeren. Dit is ook de reden dat de kat dus niet in koud water mag worden gedompeld. 

Bel de dierenarts als uw kat niet snel verbeterd. De dierenarts kan indien nodig een vochtinfuus aanbrengen, extra zuurstof geven  en evt medicatie toedienen. Ook kan er worden onderzocht of er schade is ontstaan aan organen zoals nieren, lever, hart en hersenen door de oververhitting. Er kunnen door de hoge lichaamstemperatuur zelfs stollingsstoornissen ontstaan.

Maar, een gewaarschuwd mens telt voor twee. Houd uw kat in de gaten met warm weer. Daag ze niet uit tot spelen. Zorg dat ze niet ergens per ongeluk opgesloten kunnen raken en zorg altijd voor voldoende drinkwater.