Herpes

Er bestaan nog steeds een hoop onduidelijkheden over het virus Herpes. Het virus zou vroeggeboorten, pupsterfte, steriliteit en nog veel meer vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken. Fokkers beschuldigen elkaar van geïnfecteerde dieren die elkaar besmetten. Afwijkingen aan pups die door besmettingen zouden ontstaan worden toegeschreven aan besmetting met het virus. Tijd om een aantal van deze vragen te behandelen. 

Historie

Reeds in de jaren 60 werd het Canine Herpesvirus (CHV) bij gestorven pups ontdekt. Na de ontdekking is er een tijd lang stilte geweest en pas de laatste jaren is er weer wat meer aandacht voor CHV ontstaan. Dit vanwege de verrassend sterke verspreiding onder de hondenpopulatie. Bij Engelse proeven werd bij honden een aanraking met het virus tussen 1 en 88% (!) gevonden. Bij recent Nederlands onderzoek was 39% van de onderzochte honden positief. 

Overdracht en gevolg

Het virus wordt door zonlicht, droogte en warmte snel actief. Overdracht gebeurt dan ook voornamelijk door direct contact: 
-  Tijdens de geboorte. 
- Contact met geïnfecteerde nestgenoten. 
-  Neuscontact met de teef. 
- Tijdens de dekking. 

Een dek infectie is bij proefdekkingen nog nooit tot stand gekomen en is dan ook voornamelijk theoretisch. Het verloop van de infectie is van een aantal zaken afhankelijk: 
-  Leeftijd: zeer jonge dieren en oude honden zijn gevoeliger.
-  Lichaamstemperatuur. 
-  Immuun status. 

Pups jonger dan 8 dagen zullen vrijwel allemaal sterven, vaak zelfs voordat er ziekte¬verschijnselen optreden. Als ze op oudere leeftijd geïnfecteerd worden is de sterfte veel lager (ca. 25%), maar treden er andere klachten op die zelfs van blijvende aard kunnen zijn. Het zenuwstelsel, nieren en ogen kunnen door het virus worden aangetast en permanente schade ondervinden. Verschijnselen aan het zenuwstelsel kunnen zich uiten in scheve koppen, tremors (= trillingen) en tics. 

Bij oudere pups en volwassen honden treden slechts een milde neus- en keelontsteking op na infectie met het virus. 
Het belang van CHV bij vruchtbaarheidsproblemen is minder duidelijk. Infectie van drachtige teven kan abortus, mummificatie en doodgeboorte tot gevolg hebben. Dit is in grote mate afhankelijk van het tijdstip tijdens de dracht waarop infectie plaatsvindt. Of CHV ook een veroorzaker is van het moeilijk drachtig worden van teven is op dit moment nog niet duidelijk. 


Diagnose

Bij gestorven pups kunnen via sectie snel aanwijzingen worden gevonden voor een infectie met CHV. In bijna alle organen treden bloedingen op. In de nieren zijn beschadigingen echter het duidelijkst. Via bloedonderzoek kan aangetoond worden dat honden een infectie doorgemaakt hebben of op dat moment doormaken. 

Behandeling

Indien een nest is aangetast, is het zaak zo snel mogelijk de zieke van de gezonde pups te scheiden. De omgevingstemperatuur zal moeten worden verhoogd. Gedurende de eerste 4 dagen zal deze 30-32⁰C moeten zijn, hierna zal de omgevingstemperatuur aangepast moeten worden naar 28⁰C, tot de zevende dag. Door een hoge temperatuur zal het virus meer moeite hebben zich te vermeerderen. Door middel van een infrarood lamp met daaronder een thermometer is dit vrij nauwkeurig te reguleren.

Verder kan serum dat een soort enting bevat tegen CHV worden toegediend aan de pups. Indien pups systemisch geïnfecteerd zijn met het virus, zal de enting weinig effect hebben. Verdere behandeling van de zieke pups bestaat uit: 
-  Sondevoeding met een melkvervanger. 
-  Eventueel infusen om uitdroging te voorkomen. 

Preventie

Indien er zich in een kennel vruchtbaarheidproblemen voordoen, is het aan te raden een aantal maanden de fokkerij te stoppen om de infectiedruk te verminderen. Er is een vaccin op de markt. Een 2-tal entingen van de teef, 10 dagen na de dekking en 10 dagen voor de geboorte geven een volledige bescherming van de pasgeboren pups. 

Conclusie

Indien er pups sterven zonder al te veel symptomen is een infectie met CHV erg waarschijnlijk. Het is dan ook erg belangrijk snel actie te ondernemen. Gezien het veelvuldige voorkomen van honden die een infectie hebben doorgemaakt, lijkt het weren van deze honden voor de fok niet erg zinvol, tenzij er vruchtbaarheidsproblemen bij deze honden aanwezig zijn. Het vóórkomen van Herpes is dan wel erg belangrijk. Het aantal problemen dat het virus veroorzaakt lijkt in de praktijk echter nogal mee te vallen.