Stomatitis en tandresorptie bij de kat

Er zijn specifieke aandoeningen bij het kattengebit die vaak aangetroffen worden bij een bekinspectie. Oplossen van tanden (tandresorptie) en chronische mondslijmvlies ontsteking (gingivo-stomatitis) zijn veel voorkomende gebitsproblemen bij de kat.

Chronische mondslijmvliesontsteking is een complexe aandoening die meerdere oorzaken kan hebben. Het kan rond bepaalde tanden of kiezen voorkomen, maar soms is het hele mondslijmvliesontstoken. Deze katten moeten een uitgebreid algemeen onderzoek krijgen, voordat er behandeld gaat worden. Er zal een lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek en goede bekinspectie moeten plaatsvinden.
 

Mogelijke oorzaken

  1. Gebitsproblemen;
    Een veel voorkomend probleem is de zogenaamde resorptielaesies die het glazuur ter hoogte van de tandhals en het harde tandweefsel van de wortel kunnen aantasten (zie tandresorptie)
    Uiteindelijk gaat er zoveel van de tanden verloren dat de kroon van de tand afbreekt. De resterende wortelpunten kunnen op hun beurt aanleiding geven tot ontstekingen van het tandvlees.
     
  2. Parodontitis;
    Onder parodontitis verstaan we een ontsteking van het steunweefsel wat de tand of kies in de tandkas verankert. Dit probleem komt door tandplak en had in vele gevallen, door een gepast preventieplan, voorkomen kunnen worden.
     
  3. Aandoeningen die een verminderde weerstand tot gevolg hebben;
    Hierbij moet men vooral denken aan de virale aandoeningen zoals Felv (kattenleukemie) of FIV (kattenaids). Het is belangrijk dat deze dieren met een bloedonderzoek getest worden alvorens verder te gaan behandelen.
     
  4. Systemische aandoeningen zoals suikerziekte of nierfalen;
    Het hogere gehalte aan glucose in de mond zorgt voor meer groei van bacteriën. Die leiden tot extra tandplak, waardoor het tandvlees geïrriteerd en ontstoken raakt. Het wordt slap, gezwollen en bloedt snel. De ontsteking kan zich uitbreiden naar het kaakbot en in het ergste geval gaan de tanden los zitten. Ook kun je last krijgen van wortelpuntontsteking. Bij nierfalen kunnen er ontstekingen in de bek ontstaan.
     
  5. Virale aandoeningen;
    Het niesziektevirus kan in sommige gevallen leiden tot chronische tandvleesproblemen.
     
  6. Inadequaat afweersysteem;
    Waarbij de normale bacteriën in de tandplak niet op normale manier door de eigen afweer van de kat aangepakt worden. Hierdoor ontstaan soms al op zeer jonge leeftijd (6 maanden leeftijd) irritaties van het mondslijmvlies. Indien dit probleem niet tijdig aangepakt wordt door preventieve plakvermindering (poetsen!) zal het op latere leeftijd ontaarden tot een moeilijk te behandelen gingivitis/stomatitis. Er ontstaat dan een soort overgevoeligheid voor tandplak. Wij hebben de indruk dat dit vaker voorkomt bij bepaalde raskatten.
     
  7. Achtergebleven wortelpuntresten na extractie;
    Bij een gebitsbehandeling is het van groot belang dat alle wortels goed en volledig verwijderd worden. Helaas gebeurt het soms dat niet alle wortels volledig worden verwijderd bij een gebitsbehandeling. Bij deze katten zal na de gebitsbehandeling de ontsteking in de bek niet goed genezen. Met behulp van tandheelkundige röntgenfoto’s kan de oorzaak goed vastgesteld worden.
     
  8. Chronisch gingivitis-stomatitis complex;
    Regelmatig krijgen we katten aangeboden met een chronische en steeds terugkerende ontsteking van het tandvlees en mondslijmvlies. Deze dieren hebben vaak al langdurige en zeer ernstige klachten die op weinig medicatie reageren. De eerste verschijnselen blijven vaak onopgemerkt, omdat in dit stadium de meeste katten nog gewoon door eten. De symptomen beginnen vaak met kleine gedragsveranderingen: zoals eenzijdig kauwen, overmatig speekselen, pijnuiting bij eten en geeuwen en schuren aan de kop. Uiteindelijk zal de kat hard voer weigeren, en mogelijk vermageren en soms conditie verliezen.

 

Behandeling

Elke behandeling begint met een lichamelijk onderzoek en een grondige bekinspectie. Gezien de pijnlijkheid zullen deze katten een grondig onderzoek of zelfs het benaderen van de kop zonder een sedatie niet toelaten. Deze katten zullen vaak niet met medicatie verbeteren.

De behandeling bestaat uit het trekken van alle kiezen (de hoektanden zullen in eerste instantie niet getrokken worden). De meeste katten zullen hierdoor goed verbeteren. Het is dan heel belangrijk dat er tandplakpreventie wordt gedaan, door de resterende elementen dagelijks te poetsen. Anders zullen de problemen zeker terug komen. Bij onvoldoende resultaat zullen ook de resterende (hoek)tanden getrokken moeten worden. Katten kunnen goed leven (en eten) met minder of zelfs zonder tanden. Bijna alle katten zullen na de behandeling beter eten met een pijnvrije bek zonder tanden en kiezen, dan met een pijnlijke bek.

Helaas worden veel van deze katten, voordat ze bij ons aangeboden worden, behandeld met corticosteroïden. Deze middelen kunnen worden toegediend als injectie of als tablet (prednison). Deze middelen zullen slechts een tijdelijke onderdrukking geven van de klachten, maar zeker geen genezing! Uiteindelijk zal het effect van deze middelen steeds minder worden. Corticosteroïden moeten vermeden worden, ze kunnen veel bijwerkingen geven en het is geen blijvende oplossing voor het probleem.

Het oplossen van tanden (tandresorptie)

Het oplossen van tanden is een veelvoorkomend gebitsprobleem bij de kat. Tandresorptie betekent dat de tanden en/of kiezen langzaam oplossen. Dit komt voornamelijk voor bij de kat. Vaak is bij tandresorptie de bek ontstoken. De ontsteking zelf versnelt het proces van tandresorptie.

Deze problemen beginnen met oplossingen in het harde tandweefsel onder de tandvleesrand. Deze letsels zullen zich uitbreiden tot voorbij de kroonrand. Uiteindelijk zal door verzwakking van de kroon het element afbreken. Dit stadium gaat  met veel pijn gepaard, omdat er zenuwuitlopers bloot komen te liggen, die zeer gevoelig zijn. De oorzaak van deze aandoening is nog onbekend. Uit onderzoek is gebleken dat bij 80% van de katten dit proces voorkomt.

De diagnose zal gesteld worden met een bekinspectie, en uitgebreid (tandheelkundig) röntgenonderzoek, om ook de problemen aan de wortelzijde goed te kunnen beoordelen.

De aangetaste tanden zullen getrokken moeten worden. Ook voor het trekken is het (tandheelkundig) röntgenonderzoek erg belangrijk, omdat bij de aandoening de wortels uiteindelijk kunnen gaan vergroeien met de tandkas waardoor het volledig verwijderen van de tandwortels onmogelijk wordt. In dat geval zal worden overgegaan tot kroonamputatie. Daarbij wordt de kroon verwijderd en met tandvlees overhecht.

Voor vragen en/of het maken van een afspraak kunt u terecht op het telefonisch spreekuur van tandheelkundig dierenarts Marèse van Haneghem.